Wat is het?
Op sommige ingrijpende of schokkende gebeurtenissen (trauma’s) kan je een hevige psychologische reactie hebben. Zo kan je:
- een normale angst- of stressreactie hebben;
- een posttraumatische stressstoornis (PTSS) ontwikkelen die je dagelijkse leven en sociale functioneren verstoort.
Oorzaken van hevige stressreacties kunnen heel divers zijn. Enkele voorbeelden:
- een zwaar ongeval;
- oorlogssituaties;
- een terroristische aanslag;
- slachtoffer of getuige zijn van geweld of verkrachting.
Bij wie en hoe vaak komt het voor?
Een stressreactie na een trauma kan op alle leeftijden voorkomen, ook bij kinderen.
Na een grote ramp heeft de helft tot 90% van alle betrokkenen een acute stressreactie. Ongeveer 1 op 10 mensen maakt ooit een posttraumatische stressstoornis door.
Hoe kan je het herkennen?
Normale angst- of stressreactie
Angst is een normale reactie op gevaar:
- Je lichaam bereidt zich voor om te vechten (‘fight’) of te vluchten (‘flight’).
- Je hart slaat sneller en je ademt sneller.
- Je spieren zijn opgespannen.
- Je lichaam kan helemaal verstijven (‘freeze’).
- Je kan gedachten hebben zoals ‘ik ga dood’ of ‘er overkomt me iets vreselijks’.
Symptomen en klachten die gepaard gaan met zo'n angstreactie zijn:
- prikkelbaarheid;
- snel en hevig schrikken;
- verminderde concentratie;
- snel in woede uitbarsten;
- minder goed slapen.
Deze nemen normaal af binnen de 8 uur en verdwijnen meestal na 3 dagen.
Posttraumatische stressstoornis
Je hebt waarschijnlijk een posttraumatische stressstoornis (PTSS) als:
- je angstklachten blijft hebben na 4 weken;
- je het trauma telkens opnieuw beleeft in bijv. nachtmerries, flashbacks;
- je een intense angstreactie hebt naar aanleiding van bepaalde prikkels die je aan het trauma doen denken (bijv. een geur, een geluid);
- je prikkels vermijdt die je herinneren aan het trauma of je er zelfs van afsluit (‘dissociatie’).
Hoe stelt je arts de diagnose?
Vaak kan je arts de diagnose PTSS pas na enkele consultaties stellen. Vele mensen met angstklachten vertellen niet spontaan over hun angsten. Ze komen naar de arts naar aanleiding van lichamelijke problemen.
De arts denkt aan onderliggende angstklachten:
- bij aanhoudende vage klachten zoals:
- gespannenheid;
- prikkelbaarheid;
- oncontroleerbare emoties;
- concentratieproblemen;
- lusteloosheid;
- slaapproblemen.
- bij lichamelijke klachten zonder duidelijke lichamelijke oorzaak;
- bij problemen met alcohol of drugs;
- als je naar slaap- of kalmeermiddelen vraagt;
- bij depressieve klachten.
Je arts stelt sneller de diagnose PTSS wanneer:
- je een erge gebeurtenis hebt meegemaakt, zeker in de laatste 6 maanden;
- je in het verleden al te maken had met een angststoornis;
- angststoornissen in je familie voorkomen.
Wat kan je zelf doen?
Is je iets ergs overkomen? Zoek dan steun in je omgeving:
- Vertel je angsten aan iemand die je vertrouwt.
- Heeft de schokkende gebeurtenis te maken met je werk? Neem dan contact op met je arbeidsarts.
Heb je na enkele dagen nog steeds last van angstsymptomen? Contacteer dan zeker je arts.
Wat kan je arts doen?
Als je arts bij jou de diagnose van een PTSS heeft gesteld, zal hij je:
- in de eerste plaats doorverwijzen naar de psychiater en/of psycholoog voor psychotherapie. Doorgaans is dat:
- cognitieve gedragstherapie (CGT);
- 'eye movement desensitisation and reprocessing' (EMDR).
- indien nodig, medicatie voorschrijven:
- soms antidepressiva, zoals sertraline, paroxetine, venlafaxine:
- Let op, want antidepressiva beginnen pas goed te werken na ongeveer 6 weken.
- In het begin kan je er bijwerkingen van hebben:
- een droge mond;
- maagdarmklachten;
- slaperigheid of juist slapeloosheid;
- verminderde zin in vrijen (libidodaling).
- In het begin kan je zelfs meer angstklachten hebben.
- Heb je hevige angsten of ernstige slaapproblemen?
- Dan kunnen kalmeermiddelen (benzodiazepines zoals diazepam) tijdelijk helpen.
- Let op: je mag ze enkel gedurende een korte periode gebruiken. Ze zijn immers verslavend en maken je suf. Je arts moet dit goed opvolgen.
- Blijf je overprikkeld?
- Dan kan je arts het nuttig vinden om andere geneesmiddelen voor te schrijven, zoals bètablokkers.
- soms antidepressiva, zoals sertraline, paroxetine, venlafaxine:
Meer weten?
- Omgaan met een schokkende gebeurtenis
- PTSS:
- EMDR
- Nood aan een luisterend oor? https://www.tele-onthaal.be/aanbod
- https://www.caw.be/zoek-antwoorden/slachtoffer-of-dader/